woensdag 12 augustus 2015

Derde Helft (264)


Erik Bouwman begint te aarden in Zuid-Korea, het land dat de Groninger te hulp heeft geroepen om haar schaatsers optimaal te prepareren voor de Winterspelen in Pyeongchang (2018). In zijn column op de site www.sportinstad.nl doet de Koreaanse bondscoach regelmatig verslag van zijn belevenissen. Zoals met het eten daar. Dat gaat er soms verbazingwekkend aan toe. Bouwman: ”Het Koreaanse eten is fantastisch, maar af en toe maken we ook een verkeerde keuze. Zo kregen we laatst varkensdarmen voorgeschoteld en dat ging ons net iets te ver. Of een vissoep waarbij een nog levende en krioelende octopus bij onze tafel in stukken werd geknipt en in de hete soep eventjes door protesteerde. Verrassend genoeg was het best lekker en wisten we in ieder geval zeker dat het vers was.”

Het Spektakel van Steenwijk was vorige week Gronings gekleurd. Niet alleen fietsten Bauke Mollema en Tom-Jelte Slagter mee in het hoofdnummer (met Mollema als gewenste winnaar), ook de oude glorie van de Noordelijke Wielervereniging Groningen leefde zich er uit in een gentlemankoers. Gegangmaakt door (brommende) vrouwen trouwens. Spekkies voor de bekkies van mannen als Piet ‘Checco’ Pompstra, David Pots (de beul van Hoogkerk), Wim Bartol (de Blonde Pijl van Roden), Ronnie Hofman, Meine Seinen en de gebroeders Jan en Max Uitham. Ze trekken nog regelmatig fietsend met elkaar op, zoals onlangs in de Franse Vogezen. Daar ontpopte Max Uitham zich als de Adelaar van Groningen.

Over oud-wielrenners gesproken. Die worden gezocht door het Sport Science Instituut van de Groninger universiteit voor de hulp bij een innovatief project. De sportwetenschappers, onder wie toppers als Marije Gemser, Chris Visscher en Bert Otten, zoeken testers voor een nieuw ontwikkeld zadel, dat uiteindelijk een energiesparend effect moet hebben. Bovengenoemde heren, maar dus ook anderen (m/v), kunnen zich melden bij prof. dr. Gerard Sierksma, zelf hartstochtelijk wielerfanaat. Zijn mailadres: g.sierksma@rug.nl

We sluiten af met een eerbetoon aan de vorige week, op 79-jarige leeftijd overleden voetballegende Piet Fransen. Met dank aan de stadsdichter E. Filippus (pseudoniem van de oud-Oosterparkvoetballer Evert Meijer), alias de Kleine Vondel, die uit zijn archief onderstaand gedicht toestuurde.       



 
Hij was een artiest op het veld
en speelde niet alleen voor geld
nee, met gekromde rug en maximale inzet
werd menige tegenstander opzij gezet
ja, en wie kende z'n droge humor niet
daarin was Pietje ook een hele Piet
zo riep ie in het veld eens tegen Bonsema
'Ik luuster allain noar mien pa'
op een dag stond Feyenoord voor z'n deur
en waren ze bij GVAV flink in mineur
alras volgde het Nederlands elftal
ook daar ging ie voor iedere bal
heimwee bracht hem terug naar de stad
waar ie z'n trouwste supporters had

E. FIL
IPPUS

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.