De Olympische prijzen zijn verdeeld in Peking en dat zijn er voor Nederland aanmerkelijk minder geworden dan de heren Elmer Sterken en Fabian ten Kate van de Groninger Rijksuniversiteit hadden aangekondigd. Beide heren hebben van voorspellen hun eigen sport gemaakt, maar dit keer hebben ze hun reputatie toch ietwat te grabbel gegooid. Sterken en Ten Kate, de vader van oud-hardloper Marti ten Kate, hebben er - blijkt nu - een veel te optimistisch rekenmodel op losgelaten. Zij voorzagen een nog nimmer vertoonde stortvloed aan winterse medailles voor de Oranjeklanten. Liefst 25 in totaal, waarmee het record van vier jaar geleden royaal zou worden verbroken. Toen, in het Koreaanse Pyeongchang, bleef de teller staan op 20 stuks. In Peking zijn dat er 'maar' 17 geworden. Ook qua gouden plakken kwam het er niet uit. Dat werden er acht, waar Sterken en Ten Kate op tien uitkwamen. Ook bij het zilver (6) en brons (9) zaten beide econometristen er naast. In deze categorieën moesten' we' het doen met respectievelijk vijf en vier.
Kortom, volgende keer beter heren. Zet de rekenmodellen richting Parijs 1924 maar weer uit.
Het waren vooral de vrouwen die met twaalf medailles (6x goud) Nederland naar een zesde plek op de medaillespiegel stuwden. Onze mannen veroverden er vijf. Waarmee nog maar eens weer is bewezen dat ons land wereldtop in de vrouwensport en dat heeft weer te maken dat we hier qua emancipatie toch een stuk verder zijn dan in de meeste andere landen.
De Groninger schaatsstatisticus Taeke Plas stelt op Facebook dat de mannensectie in Peking twee gouden kansen heeft laten liggen op zowel de achtervolging als de massastart. In zijn optiek had Sven Kramer op deze onderdelen niets te zoeken. Plas: "De bond had deze grote kampioen tegen zijn eigen eerzucht moeten beschermen. Dat heb ik direct na de samenstelling van de ploeg al gezegd. Hier had niet Kramer, maar specialist Bart Hoolwerf moeten staan. (...) Iedereen heeft kunnen zien dat Kramer niet in staat was de race tot een goed einde te brengen. Dat had Bart Hoolwerf wél gekund. Jammer dat de KNSB heeft gezorgd voor de ontluistering van een groot kampioen."
Ook opmerkelijk dat Groningen en Drenthe geen sporters konden afvaardigen naar deze Winterspelen. Eén van de oorzaken is een een geleidelijk aan slechter wordend topsportklimaat in deze regio. In Drenthe, dat in het verleden met Jan Bols, Piet Kleine en Jan de Vries schaatsers van internationale allure heeft voortgebracht, heeft dat ongetwijfeld mede te maken met de sluiting van de kunstijsbaan in Assen. En nu het Hoogeveense alternatief van de baan is, lijkt een opleving van de schaatssport in Drenthe in de toekomst ver weg. In Groningen (dat in Marianne Timmer, Renate Groenewold en Gerard Kemkers scheuvelende visitekaartjes had) is wel kunstijs, maar desondanks ontbreekt het hier zo zoetjes aan ook aan een topsportcultuur. Oud-schaatser Yuri Solinger heeft het enkele jaren nog wel geprobeerd met een serieuze schaatsacademie, maar de man uit Wehe den Hoorn raakte verstrikt in zijn zakelijke tekortkomingen en dat was tevens de doodsteek voor zijn opleidingsinstituut. En een Tjaart Eisses hebben we hier ook niet meer. Wellicht dat de gebroeders Erwin en Martin ten Hove, trainers van de IKO-ploeg, zich eens gaan richten op de herontwikkeling van het noordelijke topschaatsen. Milaan (2026) roept ons, heren.
Bij gebrek aan noordelijke Olympiërs wringen onze regionale media zich in de meest kromme bochten om een schaatser c.q. shorttracker een Groningse signatuur aan te meten. Zo word met name Marcel Bosker door RTV Noord - en iets mindere mate door het Dagblad van het Noorden - omarmd als Groninger. Die jongen is geboren en getogen in Zwitserland, heeft een blauwe maandag in Ten Boer onderdak gevonden en woont al jaren in Heerenveen. Maar ja, zijn vader Ronald is een Groninger (oet Loppersum) en dus is er een nogal vergezochte link. Gek genoeg maakt RTV Drenthe daar dan weer geen gebruik van, want de moeder van Bosker - geboren Henriët van der Meer - is een Drentse wier wieg stond aan de Smildervaart.
De nestor van de Groninger sportjournalistiek, Jan A. van der Veen, kan er trouwens ook wat van. Hij vindt Suzanne Schulting, de vaderlandse shorttrackkoningin, een Gronings wicht is hoewel ze in het Friese dorp Tijnje woont. Jan A. legt dat als volgt uit: ''Suzanne heeft Groningse roots. Zij is in het UMCG ter wereld gekomen in de tijd dat haar vader Jan trainer was bij SC Veendam. Het gezin woonde toen in Hoogezand, waar Suzanne haar eerste levensjaren heeft doorgebracht."
Het is maar dat u het weet.