maandag 30 oktober 2023

 In memoriam Bé Hagenauw

Spits, die zich alleen in

Roden op zijn gemak wist






Wie kent hem nog, deze blonde adonis? Dat zal misschien een enkeling zijn, want zijn ster straalde een slordige halve eeuw geleden. Bij de voetbalclub Roden was hij een gevreesd goalgetter, leek er zelfs een mooie toekomst voor hem in het verschiet als prof bij Heracles. Een scout van de Almelose club ontdekte hem aan de Norgerweg en zag in deze makkelijk scorende amateur een potentiële spits voor de zwartwitten, destijds spelend in de eerste divisie. Het aangeboden contract liet de toen 22-jarige Bé, zoon van een vooraanstaand Rôner die als 'Velleman' door het bruisende dorpsleven ging, niet aan zich voorbij gaan. Waarna hij trots poseerde voor zijn nieuwe club. Zie foto boven. Maar in het knusse stadion aan de Bornsestraat, met die klassieke, inmiddels op de monumentenlijst geplaatste houten hoofdtribune, kon Bé Hagenauw de verwachtingen niet waarmaken. De transfer draaide uit op een bittere teleurstelling, mede ingegeven door een gevoel van heimwee. Daar kwam nog bij dat zijn werk als opzichter bij de Grontmij ook moeilijk te combineren viel met betaald voetbal. Na een seizoen zonder ook maar één score, wist Bé het heel zeker. Als de wiedeweerga terug naar Roden. Want als Bé iets was, was het wel een volbloed Rôner.

Wás inderdaad, want Bé Hagenauw is niet meer. Afgelopen zondag op 70-jarige leeftijd overleden aan de gevolgen van diverse slopende kwalen. Alle fysieke misère begon in 2009 toen de aorta in zijn buik sprong. Wonder boven wonder bracht hij het er toen levend af. Na deze aneurysma werd Bé nooit meer 'de oude'. Ging het qua gezondheid meer en meer knellen. De gang naar de Norgerweg, de thuisbasis van de VV Roden, ging hem de laatste jaren steeds moeilijker af. Op X, het voormalige Twitter, liet hij geregeld nog wel van zich horen onder het account Beetje9. Totdat ik een paar weken geleden een melding van hem kreeg dat hij afscheid nam van dit moderne medium. Het ging gewoon niet meer.

Roden heeft met Bé Hagenauw een waar clubicoon aan de eeuwigheid moeten prijsgeven. Hij diende de club niet alleen als (succesvolle) speler, maar ook als bestuurslid en consul. De honneurs in het professionele voetbal werden waargenomen door zijn twee jaar jongere broer Henk, die anno 1974 liefst 45 jaar bij FC Groningen op de loonlijst stond. Eerst drie jaar als keeper, daarna als verzorger/coördinator.

 


donderdag 26 oktober 2023

In memoriam Johan de Wolf (1936-2023)



De keeper die zich voor een Vespa

 naar de aartsrivaal liet transfereren





Ruim twee weken nadat Fré Mensinga naar het hiernamaals werd verbannen, is deze week nog een speler van het team overleden dat Be Quick in 1960 aan een kampioenschap in het professionele voetbal heeft geholpen. Nu was Johan de Wolf  'aan de beurt', de keeper van dienst destijds. De alom gevreesde ziekte kreeg hem ook te pakken.  

Mede dank zij zijn soms fenomenale reacties van Johann Caspar de Wolf, zoals hij in 1936 bij de burgerlijke stand werd ingeschreven, promoveerde de Good Old naar de eerste divisie. De volbloed Stadjer was één van de aankopen van voorzitter Jan Marrink in diens ultieme poging de stadshegemonie op GVAV te heroveren. De eredivisie was zijn ambitieuze stip achter de horizon van de Esserberg, Want ja, GVAV promoveerde datzelfde jaar ook en keerde daarmee terug op het hoogste niveau.

Dat was een tegenvaller voor Marrink, die zijn plannen met argusogen zag bekeken door de oude garde van Be Quick, die de hun club liever zagen terugkeren naar het amateurvoetbal. Marrink, directeur van de Barbarossa bierbrouwerij, vond dat op conservatisme gebaseerde streven niet passen bij de status van Be Quick, dat sinds de het begin van het nationale competitievoetbal (eind 19de eeuw), de Trots van het Noorden was.

Hij koos als zakenman voor een professionelere aanpak, inclusief spelers die in zijn visie pasten. Johan de Wolf was er één van, net als Harens scherpschutter Dirk Roelfsema (dit jaar ook overleden) en de robuuste verdedigers Simon Zoetebier (KHC Kampen) en Jan Bolhuis (Oosterparkers). Arie de Vroet, gepokt en gemazeld in het Franse profvoetbal, werd teruggehaald als trainer.

De transfer van Johan de Wolf ging gepaard met veel opschudding. De stylist onder de lat gold als een rasechte Veloman, eentje van het soort 'eens Velocitaan, altijd Velocitaan'. Hij was immers de jongste telg van een prominente groenwitte dynastie. Al zijn ooms, respectievelijk Frans, Willem en Bé de Wolf, hadden Velo landelijke roem gebracht.

De overgang van Johan de Wolf van een volksclub naar een eliteclub, nota bene ook nog de grote aartsrivaal, werd dan ook gezien als een vorm van familieverraad. In de annalen van Velocitas staat te lezen dat de toen 23-jarige keeper was bezweken voor het krijgen van een Vespa-scooter als transferpremie. Velo - destijds ook nog profclub - streek overigens nog wel 20.000 gulden voor deze ongewenste verkoop.

Het was dagenlang gespreksonderwerp nummer 1 in de stadse voetbalgemeenschap. Daar kwam nog een hoofdstukje 'buurtverraad' bij, want ook Jan Bolhuis werd het niet in dank afgenomen in het Oosterpark dat hij Be Quick verkoos boven Oosterparkers, dat dat jaar het profvoetbal voor gezien hield. Daar kon de goegemeente buiten de klassieke volksbuurt nog wel enig begrip voor opbrengen. Voetballen als semiprof was al met al best een aardige bijverdienste voor bakker Bolhuis.

Het glorieuze kampioenschap van de tweede divisie B in 1960 kreeg echter niet het gewenste effect. De tweede stap zetten, promotie naar de eredivisie en weer de beste club van de stad worden, draaide uit op een flop. Ergo, Be Quick degradeerde zelfs twee jaar later al weer, mede door een rigoureuze saneringsgolf van KNVB-zijde. Van twee eerste divisies ging het naar één. Be Quick haalde de cut (een plaats bij eerste acht) voor de eerste divisie niet en dat bleek uiteindelijk de finale doodsteek voor de roemruchte Esserbergclub. In 1964 viel het doek definitief.

Johan de Wolf en ook die andere aankopen van Jan Marrink hadden hun heil toen al elders gezocht. De veelbelovende keeper zette het voetbal op een laag pitje en vond emplooi bij het installatie- annex loodgietersbedrijf van oom Frans. Daar werd hij eind jaren zelfs eigenaar van. De familiewonden waren geheeld.  

Fotobijschrift:

Johan de Wolf (tweede van rechts) poseert in 1959 met andere aanwinsten van Be Quick voor het Esserbergstadion. Rechts van hem Henk Duitsch en links naast hem Jan Bolhuis (beiden afkomstig van Oosterparkers). Geheel links Simon Zoetebier, afkomstig van KHC Kampen.  


 


dinsdag 17 oktober 2023


 

Clubicoon Fré Mensinga van Nieuw Buinen is afgelopen vrijdag na een slopend ziekbed overleden. Hij werd 86 jaar. Fré Mensinga gold als een talentvolle voetballer, die zijn beste jaren doorbracht op de Esserberg van Be Quick 1887. Dat was van 1956 tot 1962, toen de Good Old in het profvoetbal acteerde. Met Mensinga als bedrijvige middenvelder vierde Be Quick destijds onder aanvoering van trainer Arie de Vroet haar hoogtijdagen, in 1960 culminerend in het kampioenschap van de tweede divisie. Mensinga (staande geheel rechts) was een vaste basisklant in dit team, met illustere spelers als Simon Zoetebier (staande geheel links), de Hongaar Janos Bedly (staand midden), topschutter Dick Roelfsema (gehurkt ) en keeper Johan de Wolf.

Zijn er nog lezers die alle spelers van dit elftal herkennen? Komt u dan maar.