En daar ga je dan als Raboploeg. Volledig op een hoop gereden in een ogenschijnlijk lullige etappe over vlakke wegen, gelegen tussen Epernay en Metz. Rit 6 van Tournummer 99. Hele seizoen in een klap naar de gallemiezen. Want net als vorig jaar heeft de leiding van de Raboploeg in al haar wijsheid ook dit jaar gekozen voor een strategie met slechts 1 doel: de Tour en niets dan de Tour.
In het universum dat cyclisme heet, heeft de fel flikkerende gele ster boven Frankrijk de aantrekkingskracht van een super gewelfde rondemiss. Onweerstaanbaar dus. Dat je extra je best doet om die bereiken, is te prijzen. Maar er zijn grenzen. Je moet niet een fata morgana proberen na te jagen. En dat doen ze bij de wielrenners van Oranje dus wel. Rabobank laat zich volledig verblinden door de gele glorie die jaarlijks op de wegen van La Douce France wordt gedrapeerd.
Kosten noch moeite worden gespaard om Onze Jongens te prepareren voor een galaoptreden in het vermaarde wielercircus. Alvorens de startvlag valt, hebben ze een uitgekiend programma op wetenschappelijke basis afgewerkt. Heel veel training, nog meer kijken op hartslagmeters, bloedwaardes opslaan in de computer en vooral ook veel - als waren het padvinders - verkenningstochten. Vooral in de bergen. En niet te veel koersen. Want die kosten alleen maar energie en als je ergens zuinig op moet zijn als de Tour in aantocht is, is het wel je krachtbron.
Dus vooral niet proberen Parijs-Nice te winnen, het Criterium International, de Catalaanse Week, de Ronde van Romandie of de Dauphine Libere. Stelt allemaal niks voor. En vooral ook niet met een representatieve ploeg naar de Giro d'Italia gaan. En als ze eens gingen, dan toch vooral niet elke dag hard trappen. Hoogstens een of twee voor een tussentijdse meting met de concurrentie. Zodat er op het moment supreme, de Tour, er genadeloos gevlamd kan worden.
Een theorie die op drijfzand is gebouwd. Hachelijk dus. Want voor je het weet, zit je in de verkeerde waaier. Of lig je op je kokosnoot. Zelfs met drie kopmannen.
En waarom zou je als Raboploeg eigenlijk alles op die ene wedstrijd zetten? Want als de heren oranjerenners in alle realiteit langs de meetlat van succes worden gelegd, is de kans op een hoofdrol op voorhand niet bijster groot te noemen. Gesink, Mollema en Kruiswijk hebben in hun profcarriere gezamenlijk nog geen tien zegepralen op hun naam staan. Ze kunnen aardig bergop fietsen, maar daar staat tegenover dat tekort schieten als tijdrijders. En chrono's wegen toch zwaar in grote ronden.
En dan het volk laten geloven dat we mee gaan tellen. Want, we hebben immers de Ronde van Californie (Gesink) gewonnen. En we (Mollema) waren vorig jaar ook vierde in de Vuelta. En wonnen we (Kruiswijk) toen ook niet een etappe in de Ronde van Zwitserland?
Maar Californie is geen Frankrijk, net zo min als Spanje en Zwitserland. De Tour is andere koek, al was het alleen maar uit oogpunt van gigantische mentale druk. En - laten we wel wezen - we zijn niet zo goed als de Raboleiding ons doet denken. Natuurlijk, vallen doet pijn en gaat ten koste van fysiek vermogen maar je kunt onmogelijk volhouden dat Gesink cs van SUPERklasse zijn. En alleen coureurs van SUPERklasse kunnen de Tour winnen. Slechts een keer in bijna 100 edities won een modale renner. Die eer komt Roger Walkowiak toe, een Franse regionaal die in 1956 bij toeval Tourlaureaat werd.
Laat ze bij Rabo nou eerst eens proberen andere, minder tot de verbeelding sprekende wedstrijden te winnen. Er is nog heel wat moois op te rapen. Giro, Vuelta, Ronde van Baskenland, Ronde van Zwitserland, Tirreno-Adriatico, Parijs-Nice en Dauphine Libere. Met dat soort prijzen op zak gaat het in de Tour vanzelf ook beter. Trouwens, hoe lang is het geleden dat we wereldkampioen waren, en van hoeveel jaren geleden dateert ook al waar de laatste grote klassieke zege?
Mijn gedachten gaan uit naar de ploegeleider van Miguel Indurain, Jose Echevarria. Toen Indurain in 1989 voor de eerste keer het snelst van Parijs naar Nice koerste, tekenden wij als pers deze uitspraak op uit de mond van de Spaanse ploegbaas ``Miguel is nu klaar met de middelbare school, hij mag nu naar de universiteit van het wielrennen.``
Datzelfde jaar maakte Indurain zijn opwachting in de Tour met een ritzege, maar het zou nog twee jaar duren voordat de Spaanse reus het geel naar Parijs bracht.
De visie van Echevarria zou een leidraad moeten zijn voor de leiding van de Raboploeg. Een loopbaan logisch en geleidelijk opbouwen. Volgens het principe first things first. Dus eerste proberen de Ronde van Tuitjehorn te winnen, dan de Ronde van Limburg, daarna het Circuit de la Sarthe om op den duur uit te komen in de Tour, het hoogste van het hoogste. Het Oxford van het wielrennen.
En geloof het of niet niet, dat gaat nu ook gebeuren. Ploegleider Adrie van Houwelingen kondigde op de rustdag van vandaag, dinsdag 10 juli 2012, aan dat het roer om gaat bij de bankiersploeg. `We moeten ons niet meer zo focussen op de Tour. Laten we eerst maar eens proberen kleinere wedstrijden te winnen.` Hij noemde de Ronde van de Algarve. De Tour is niet meer heilig.
Ik ben dus, tijdens het tikken van deze regels, al op mijn wenken bediend. Dank Adrie!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.