Wat
kan
Bauke
in
deze
Tour?
Door
Dick Heuvelman
Een
écht topseizoen draait Bauke Mollema dit jaar tot dusver niet, maar
dat neemt niet weg dat hij deze week boordevol moraal, zoals
dat in het jargon heet, afreist naar Noirmoutier-en-l'Île,
een schiereiland dat is gekoppeld aan de Franse westkust. Daar, in de
Vendée, gaat de 105de editie van de Tour de France van start en die
wil de Groninger troef – al waakt hij er voor dit hoog van de toren
te blazen - benutten met een beste prestatie aller tijden in La
Grande Boucle. Als hij daarin slaagt moet hij minimaal als
nummertje vijf op de Parijse Champs Elysées aankomen, en dan ook nog
eens gelardeerd met een ritzege.
Tot
dusver staat er zesde plaats in het eindklassement van de Tour op
zijn CV, al weer daterend van 2013. Maar zijn finest hour in
dit giga-wielercircus beleefde Mollema toch vorig jaar, toen hij op
een snikhete zondag in hartje de golvende tocht naar Le-Puy-en-Velay,
ritnummer 15, op zijn erelijst kon bijschrijven. Hij deed dat op
magistrale wijzen door er in de laatste veertig kilometer een
gedenkwaardige solo tegenaan te gooien. Daar had niemand wat van
terug en zo vergaarde de man, die tegenwoordig aan de Franse zuidkust
resideert, eeuwige roem.
Zo'n
succesvolle krachttour smaakt naar meer, erkent ook Bauke Mollema,
maar of hij de komende weken nog eens in zo'n vrijbuiterspositie
komt, is nog maar de vraag. Vorig jaar was hij in zijn ploeg,
Trek-Segafredo, de eerste luitenant van de afscheid nemende kopman
Alberto Contador. Toen de Spanjaard halfkoers al geen uitzicht meer
had op geel, mocht Bauke waar mogelijk zijn eigen kans gaan. Hij
slaagde cum laude en bracht gans het land in opperste staat van
extase.
Vandaar
dat Mollema al talrijke keren is gevraagd wat zijn doelstelling is in
de komende Tour; weer voor een dagsucces gaan of proberen, zoals hij
gewend is te doen, zo hoog mogelijk in het algemeen klassement
proberen te komen? Het antwoord van Mollema was steevast de tweede
optie, het klassement dus. Dat wekte hier en daar nogal eens
fronsende wenkbrauwen op, ook al omdat veel kenners hem geen
podiumplaats in de Franse hoofdstad toedichten. Zij achten Mollema's
kansen op een etappezege groter als hij de strijd om het geel links
laat liggen.
Maar
Mollema heeft in feite niets te kiezen. Hij wordt door de Amerikaanse
formatie vorstelijk betaald als kopman, de vlaggendrager van het
octet die voor de meeste exposure moet zorgen en wordt geacht zijn
partijtje mee te blazen in de slagschaduw van favorieten als, jawel,
Chris Froome, Alejandro Valverde, Nairo Quintana en Vincenzo Nibali.
En nee, Mollema is niet het type dat zijn veranwoordelijkheid uit de
weg gaat. Loyaliteit aan zijn bazen staat bij hem hem nooit ter
discussie. Bovendien is hij zelf ook nog eens zo eerzuchtig dat hij
wil laten zien dat hij vooral nog niet als klassementsrenner moet
worden afgeschreven.
Dit vertrekpunt geeft Bauke Mollema extra motivatieprikkels. Stiekemweg heeft hij zijn vizier afgesteld op een top
5-klassering, want het zijn diezelfde (Amerikaanse) bazen zitten hem een
beetje achter de (koers)broek aan de laatste jaren. Eerst - vorig jaar - met het
aantrekken van Contador en nu weer met het flirten met Richie Porte,
de Australiër die BMC gaat
verlaten en een aanbieding heeft gekregen van Trek Segafredo, nadat
eerder Simon Yates – dagenlang rozetruidrager in de recente Giro
d'Italia – voor een identiek aanbod had bedankt. Deze bewegingen op
de transfermarkt maken hoe dan ook duidelijk dat men bij de rode
brigade Mollema als absolute kopman toch min of meer aan het afschrijven is.
Wellicht
zal er voor de import-Monegask, net als vorig jaar, bij Trek nog wel
plaats zijn als schaduw-kopman, maar Bauke is niet het type dat zich
zo maar eventjes aan de kant laat schuiven. Niet dat hij dat, zoals
het een Groninger betaamt, hardop zal zeggen, maar in stilte heeft
hij de afgelopen weken gewerkt aan een optreden dat recht moet doen
aan zijn kopmanschap. Is het niet bij Trek-Segrafedo, dan toch wel
bij een andere World Tourploeg. Want kopmannen zijn dun gezaaid en
genieten een exclusieve status in het peloton.
De
vraag is alleen of Bauke Mollema zijn snode koersplan in deze Ronde
van Frankrijk ten uitvoer kan brengen. Vooralsnog is 2018 niet zijn
jaar. Hij heeft maper een platte prijs gereden tot dusver. Nou is hij
sowieso geen veelwinnaar, maar zijn uitslagen houden ook niet over.
Het is in feite gebleven bij een tweede plaats in de eindstand van de
(kleine) Italiaanse etappekoers Coppi & Bartali , een zesde stek
in de Waalse Pijl - traditiegetrouw bovenop de Muur van Huy - en een
zevende in de Ronde van het Baskenland.
Maar
waar hij ook zijn neus aan het venster wilde steken, lukte het van
geen kant. Zoals in Parijs-Nice (30ste), de Amstel Gold Race (35ste)
en Luik-Bastenaken-Luik (25ste). Na Luik haalde hij wekenlang geen
rugummer af en verscheen hij pas in de Ronde van Zwitserland weer
eens aan het vertrek. Ook dat kenmerkt de loopbaan van Mollema, hij
is bepaald geen veelvraat als het om koersdagen gaat. Waar een man
als Valverde de koersen aaneen rijgt, gaat Mollema economisch met
zijn lijf en leden om. Gaat hij liever op trainingsstage dan een
wedstrijd rijden.
Voor
wat het waard is, want na die lange wedstrijdloze periode van eind
april tot medio juni bleef hij in Zwitserland onder de maat. Zijn
maat voor alle duidelijkheid. Terwijl deze ronde, qua imago de vierde
van alle etappewedstrijden, hem in het verleden toch altijd goed
heeft gelegen. Dit keer dus niet. Bergop kon hij niet met de besten
(Richie Porte en Jacob Fuglsang) mee en in de afsluitende tijdrit,
weliswaar over een vlak parcours, tuimelde hij zelfs uit de top 10
van het finale klassement.
Niettemin
liet hij via de vaderlandse media weten dat hij hoopvol gestemd is
voor de nakende Tour. Hij kijkt er zelfs verlangend naar uit, zo
gretig uit hij zich in diverse media. De voorbereiding verliep naar
wens, ook al gaf hij daarvan dus geen blijk in de Tour de Suisse.
Weliswaar is dat tegenwoordig een koers, net als de Franse Dauphiné
Libéré, waarin de toppers vooral verstoppertje plegen te spelen,
maar toch....
De
heren topcoureurs plegen tegenwoordig één of twee dagen uit te
kiezen om zich serieus te testen en waken er voor zich in een
favorietenrol voor de Tour wentelen. Ook Bauke Mollema zal in
Zwitserland een dag (of twee) hebben uitgekozen, maar hij heeft niet
duidelijk kunnen maken welke dat was. Ofwel, hij kwam amper in beeld.
Richie Porte was de uitzondering die deze hedendaagse regel
bevestigt. Met die aantekening dat hij het in de Tour nog nooit heeft
laten zien. Drie weken goed zijn lijkt voor de Australiër
te veel van het goede.
Vanaf
zaterdag, als in Noirmoutier de startvlag valt, gaat Porte niettemin
andermaal als één der kanshebbers van start. En zal ook aan het
licht komen hoe goed Bauke Mollema nu werkelijk is. Aan veerkracht en
taaiheid geen gebrek bij hem. Dat is zijn grote kracht. En in zijn
voordeel spreekt ook de lange aanloop naar de bergen. In de eerste,
nagenoeg vlakke week kan hij nog even aan zijn vorm schaven. Dan is
het voor de klassmentsmannen 'gewoon' een kwestie van attent volgen.
Op
de zesde dag is het wel zaak op de Muur van Bretagne niet al te veel
seconden te verliezen, waarna drie dagen later, als op weg naar
Roubaix de met kasseien bezaaide Hel van het Noorden opdoemt, het
geen kwaad kan met Vrouwe Fortuna op een akkoordje te gooien. Want
als het beetje tegenzit, loopt het verlies op de gevreesde pavé's
niet op in seconden, maar in minuten.
Pas
op dinsdag 17 juli zal Bauke Mollema, net als al die andere
kopmannen, voor de eerste serieuze proeve van bekwaamheid komen te
staan. Dan staat de eerste bergetappe op de rol, van het
toeristenoord Annecy naar Le Grand-Bornand. Onderweg staan er vier
cols op het menu. Nog niet de meest onheilspellende beklimmingen,
maar wel van dusdanig kaliber dat het klassement in een eerste
serieuze plooi zal worden gelegd.
Een
dag later zal op Alpe d'Huez duidelijk worden of Bauke Mollema
uitzicht heeft op zijn grote doel, top 5 in Parijs. Zo niet, dan kan
hij altijd nog omschakelen naar plan B, een etappezege. Daarvoor
dienen zich nog redelijk wat kansen aan, niet alleen in de Pyreneeën
maar ook in de stevig geaccidenteerde tussenetappes naar Mende en
Carcassonne. Die spelen zich af in nagenoeg hetzelfde decor als waar
Mollema vorig zo grandioos toesloeg.
Eén
ding is zeker, Bauke Mollema zal - referend aan de gang van zaken tot
nu toe dit seizoen - flink boven zichzelf uit moeten stijgen om zowel
Plan A als ook Plan B ten uitvoer te kunnen brengen. Maar zei de
legendarische ploegleider Kees Pellenaars ooit niet dat als Jan
Janssen de Tour kon winnen, Pel's schoonmoeder dat dan ook zou
kunnen.
Dat
was in 1968. En wie ging er toen met het geel vandoor in Parijs?
Jawel, Jan Janssen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.