Groninger sporters die ook met Olympisch goud zijn omhangen, realiseerden dat in teamverband. Die eer komt de hockeyers Peter Wind (Daring Veendam) en Sophie Polkamp (GHHC Groningen) toe.
Eremetaal was er ook de voetballers Evert en Jaap Bulder van Be Quick 1887 (brons in Antwerpen 1920), de Winschoter ruiter Jan de Bruine (zilver in de landenwedstrijd van Berlijn 1936), zwemster Koosje van Voorn (zilver in de 4x100 kmeter vrije slag estafette in Heslinki 1952), de zwemsters Kleny Bimolt en Corrie Winkel (4x100 meter wisselslag in Tokyo 1964), de roeizusters van De Hunze Greet en Nicolette Hellemans (dubbeltwee in Los Angeles 1984) en Gyas-roeier Jan Willem Gabriels (zilver in Holland Acht 2008 Peking). Veendammer Henk Grol is de enige mannelijke Groninger die individueel in de prijzen viel: de judoka pakte in zowel Peking als Londen brons. De laatste Groninger zilverwinnaar is Jur Vrieling, net als De Bruine met de ruiterploeg.
De meeste medailles veroverde echter de bij De Hunze opgeleide roeister Annemiek de Haan. Op haar Olympische palmares staan 3 medailles, allen behaald in de Holland Acht. Ze oogstte brons in Athene (2004), zilver in Peking (2008) en opnieuw brons in Londen 2012.
Groningen staat dus nu op de gouden Olympische kaart. Drenthe nog niet, maar dat kan snel veranderen. Want de Drenten gooien in Londen hoge ogen met dressuuramazone Adelinde Cornelissen uit Beilen. Drenthe kan tot dusver bogen op slechts een gouden plak, die op naam staat van de Rodenaar Niels van Steenis. Hij roeide in de Holland Acht van Atlanta (1996), Vier jaar eerder strandde wielrenner Erik Dekker in Barcelona op zilver en nog eerder, in Moskou 1980, bleef marathonloper Gerard Nijboer bij hetzelfde eremetaal steken. In Londen is er Drents zilver bijgekomen, met de dank de geboren Hoogeveense ruiter Marc Houtzager.
Er is trouwens ook nog een Groningse die een medaille (zilver in Athene 2004) won voor een ander land. Die eer komt op naam van Claudia Bokel, de Ter Apelse die als Duitse uitgroeide tot een internationale schermtopper. Inmiddels Claudia, namens de atleten, opgenomen in het IOC. Een wereldbaan, zowel letterlijk als fuiguurlijk.'
Drenthe gaf afgelopen week overigens wel acte de présence in Londen, ter accentuering van Drenthe 2028, het sportplan dat Drenthe naar een hoger Olympisch niveau te tillen. De delegantie stond onder aanvoering van sportgedeputeerde Ard van der Tuuk. In zijn gezelschap reisden onder meer mee de entrepeneurs Jan Schutrups (de schoenenkoning van Exloo), en ICT-topman Richard Giezen van Blencom IT-Solutions in Assen. De sport was vertegenwoordigd door o.a. Hans Derks, voorman van Drenthe 2028, en Reint-Jan Auwema, een van de mannen achter de Norger Olympics.
Emmen staat weer vol in de schijnwerpers met de Gouden Pijl, die morgen onder aanvoering van Roelie Lubbers-Hilbrands haar 35ste editie beleeft. Uiteraard wordt dit zevende lustrum - geheel in de geest van de helaas veel te vroeg betreurde initiator Peter van Putten - gevierd met speciale attracties, in dit geval de kersverse Olympische kampioen Marianne Vos en Alexander Vinokourov.
Geen Gouden Pijl in Emmen of er gaat een hoogwaardige VIP-bijeenkomst aan vooraf. Dit keer is de hoofdrol voor een kwartet Drentse wielerdichters, die luisteren naar de namen Ton Peters, Ben Hoogland, Gezienus Omvlee en Rob Boudestein. Zij publiceerden dit jaar een bijzonder bundel wielergedichten, onder de titel De dood en het peloton. Een selectie daarvan, gewijd aan dramatisch overleden wielrenners, gaan zij voordragen. Speciale gast is Joan Simpson, de dochter van Tom Simpson, de eerste Engelse wereldkampioen wielrennen bij de profs. Maar vooral ook de man die een heldendood stierf tijdens de Tour de France van 1967, op de bloedhete flanken van de Mont Ventoux. Het gedicht over hem heeft een akelig passende titel gekregen: Laatste klim.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.