woensdag 22 november 2023

 Even over Be Quick1887.

Daarover twitterde ik afgelopen zaterdag het volgende bericht: Ik denk dat Be Quick na dit seizoen niet meer bij de noordelijke topclubs in het amateurvoetbal gekwalificeerd kan worden. De Good Old kreeg in Oldenzaal een zevenklapper om de oren (7-1 voor Quick '20) en staat inmiddels stijf onderaan in de vierde divisie. 

Dat leidde tot een reactie van Arnoud Redder, een 24 karaats Be Quicker (anno 1980) en jarenlang een stevige verdediger op het vlaggenschip van de club. Hij ziet ook dat het degradatiespook Be Quick op de korrel heeft en vroeg of ik misschien enig idee had hoe het zo ver is gekomen. Dat heb ik wel en die visie heb ik hem per mail gestuurd.  

Hier mijn antwoord.

De gang van zaken bij Be Quick wat betreft topamateurvoetbal wordt beheerst door het inmiddels eeuwige trauma van het geflopte betaald voetbal-hoofdstuk in de jaren 50/60 van de vorige eeuw. Dat slaat elke discussie over Be Quicks toekomst dood. Maar zoals het nu gaat, zakt Be Quick langzaam maar zeker weg in de anonimiteit van het amateurvoetbal. Dat heeft niets te maken met de opleiding an sich. Die is best goed, zelfs ook landelijk gezien. Zie de hoge scores in de jaarlijkse  klassementen. Maar wat brengt die opleiding Be Quick eigenlijk als elk jaar de beste spelers hun heil elders zoeken? En waarom doen die dat? Omdat ze bij andere clubs blijkbaar leuke vergoedingen c.q. privileges krijgen. Veelal geld dus, hoe marginaal ook.

Kortom, Be Quick leidt op voor andere clubs. Zoals daar zijn Harkemase Boys, ACV, HHC Hardenberg en zelfs FC Groningen. Daarom betaal ik ook niet mee aan de jeugdopleiding van Be Quick, waarvoor ik onlangs werd uitgenodigd door Harry Schuur om hiervoor 50 euro te doneren. Dan zou ik echter genoemde clubs indirect ondersteunen. Daar pas ik voor.

Op de keper beschouwd is het rendement van de jeugdopleiding te verwaarlozen, want er zijn geen opleidingskosten aan verbonden voor transfers naar semiprofessioneel geleide clubs in de tweede en derde divisie. Ik vind dat Be Quick nog altijd een zekere status van topclub behoort te hebben, die matcht met het roemrijke verleden. Maar dan moet je wel met de tijd meegaan. En dat is, jawel heren Be Quickers, ook met vergoedingen gaan werken. Breng de eerste selectie in een aparte stichting onder, zoals de aloude aartsrivaal Velocitas onlangs heeft gedaan. Daar in het Stadspark worden snode plannen gesmeed. Ze zien in de neergang van Be Quick een gerede kans om weer eens de hoogst spelende stadsclub worden. Daar spreekt de ambitie uit die ik bij de Good Old mis. Topsport bedrijven gaat nu eenmaal niet meer zonder geld, ook in de hoogste regionen van het amateurvoetbal niet. Wat er bij Be Quick aan ontbreekt is een zakelijk profiel. Als je om je heen kijkt, zie je gewoon dat je in het ‘divisievoetbal’ niet meer kan meekomen zonder contracten of andersoortige emolumenten. Clubs als AFC, Koninklijke HFC, Hercules en Kampong doen dat ook. En met succes. Ik denk dat Be Quick via een goede marketeer genoeg gelden moet kunnen genereren om in de top van het amateurvoetbal (minimaal derde divisie) mee te kunnen doen. Gaan ze op de Esserberg op deze wijze door, dan wordt het eerste klasse of nog lager. Dan zit je op het vijfde niveau. En dat met zo’n monumentaal stadion.
En écht, je kunt de tijdgeest nu eenmaal niet stilzetten. Wanneer komt van dat omdenken bij Be Quick eens wat? Of laat de clubleiding het allemaal geworden en zal ook het paradepaardje van de club, de jeugdopleiding, eens verpieteren. Want zonder een passende etalage voor die pronkkamer - minimaal vierde, maar eigenlijk de derde divisie - zal de instroom van jeugdleden op de monumentale  Esserberg gaandeweg stokken. 


Arnoud Redder reageerde kort maar krachtig op dit epistel: Helemaal mee eens. Hij wil er  een agenda- annex discussiepunt van maken voor de komende algemene ledenvergadering in december. Wordt vervolgd. 

 

dinsdag 14 november 2023

Johan  Bolhuis op weg naar de prijsuitreiking van de periodetitel van ADO Den Haag. 


Even voorstellen: een goede kandidaat

voor de opvolging van Wouter Gudde



Je kon er een flink bedrag op inzetten: vooralsnog komt er geen nieuwe bestuursstructuur in de Euroborg. Pluche plakt en zit blijkbaar lekker. Vandaar dat de leiding van FC Groningen de wens van haar supporters, een democratisch organisatiemodel, slechts voor kennisgeving heeft aangenomen. Want, zo luidt de argumentatie, er is geen enkele noodzaak de boel te veranderen.

Of daarmee de strijd om de macht bij de FC nu ook gestreden is, zal afhangen van de strijdlust en volharding bij de supportersvereniging die vorige week met een stevig gefundeerd alternatief op de proppen kwam. Het zogenaamde 50 +1 model, dat ongewenste kopers buiten de deur moet houden. De club van voorzitter John de Jonge, ruim 4000 m/v sterk, kreeg echter per omgaande een (vette) nul op haar rekest. Een mondelinge toelichting zat er zelfs niet in. Het dedain richting een groot deel van de achterban (dus niet alleen de Noordtribune) spatte er vanaf.

Ondertussen wordt er - via het old boys netwerk - naarstig gewerkt aan het opvullen van de ontstane lacunes in de top van de club. Eerst twee nieuwe commissarissen en dan uitkijken naar een opvolger voor directeur Wouter Gudde.

Nogal wat mensen vragen zich af wie dat dan wel zou moeten worden? Nou, ik heb wel een potentiële kandidaat. Zijn naam lever ik bij deze - geheel vrijblijvend - in bij de (gekortwiekte) Raad van Commissarissen: Johan Bolhuis. 

Hij zal vermoedelijk niet in het netwerk van de huidige  RvC-heren zitten, hoewel ik bij de opvolging van Hans Nijland zijn naam ook heb laten vallen. Berend Rubingh, één van de twee afgetreden RvC-leden, vertrouwde mij toen toe dat Johan Bolhuis op de longlist was gezet. Dan weet je wel: geen écht serieuze kandidaat.

Waarom hem nu dan wel aanbevelen? Gewoon omdat hij volgens mij en meer mensen die hem kennen veel eigenschappen mee zal nemen die in de Euroborg van pas komen. Ten eerste is hij een geboren (14 mei 1969) en getogen Groninger, opgegroeid op twee steenworpen van het Oosterparkstadion. Daar waar zijn vader Tjerk ook nog als (semi)prof heeft gespeeld, bij Oosterparkers. En later, toen de groenwitte club noodgedwongen terugkeerde naar de amateurs, meermalen werd opgeroepen voor het Nederlands amateurelftal. 

Johan Bolhuis trad bij Oosterparkers in de voetsporen van pa Tjerk, maar koos later voor GVAV waar hij meer kansen zag qua voetbalopleiding. Het bleek achteraf ook een terechte keuze, ook junior werd betaald voetballer. Niet bij FC Groningen maar bij BV Veendam. In 1989 kon er hij er op voorspraak van assistent-trainer Henk Bodewes (inmiddels zaliger) een contract ondertekenen. Hij kwam tot 146 wedstrijden voor de (ook al gevallen)  Veenkoloniale Trots. Zijn hoogtepunt: matchwinner in een met 2-1 gewonnen thuiswedstrijd tegen BVV Den Bosch. Johan Bolhuis tekende voor de twee Veendammer goals.

Tot een echte doorbraak kwam het niet. Ergo, in 1994 kreeg hij van Henk Nienhuis te horen dat zijn tijd er bij Veendam op zat. Motivering: te licht en geen progressie. Waarna de Stadjer zijn heil zocht in België, bij Looi Sport in Tessenderloo. Weliswaar het vierde niveau bij onze zuiderburen (zeg maar tweede divisie bij ons), maar hij kon er ook een passende werkkring bij krijgen. 

In het Zuiden van Nederland, het dorp Nuenen, vestigde hij zich. Hij woont er nog altijd, maar reist al ruim acht jaar dagelijks naar Zeist. In het hoofdkwartier van de KNVB verdient hij nu de kost en wel als commercieel manager van de Coöperatie Eerste Divisie, kortweg CED genaamd. Dat blijkt hem goed af te gaan. Mede dankzij Johan Bolhuis is de waarde van wat tegenwoordig de KeukenKampioenDivisie wordt genoemd, in commercieel opzicht aanzienlijk gegroeid. 

Echter, soms komt er in de voetballerij een trein voorbij waar je graag in wil stappen. Ofwel, een functie elders. Als man gezegend met het door velen gewenste noordelijke DNA staat hij klaar om FC Groningen van dienst te kunnen zijn als directeur. Door zijn werk in Zeist is hij van alle ins en outs in ons betaalde voetbal op de hoogte. Hij weet hoe de hazen lopen en kan bij alle clubs deuren openen. Naast zijn jarenlange praktijkervaring in het betaalde voetbal heeft hij ook voor zo'n topfunctie gestudeerd. Hij heeft de door de UEFA geïnitieerde opleiding ‘Football Management’ en de KNVB opleiding ‘Leergang Management Betaald Voetbal’ met succes gevolgd. Vastgelegd met een internationaal en nationaal diploma. Dus ja, wat zou er mooier zijn als hij dat in zijn geboortestad kan verzilveren?

Met dit visitekaartje vraag ik langs deze weg de zittende commissarissen van de FC Groningen vriendelijk of ze deze Johan Bolhuis dit keer op shortlist willen plaatsen. En hem gaan uitnodigen voor een uitvoerig sollicitatiegesprek. Een (serieuze) tip derhalve.    

dinsdag 7 november 2023



Machtsstrijd in de Euroborg?


 Van wie is FC Groningen eigenlijk?

Van ons, zeggen de meest betrokken supporters van de club. Zonder hen heeft FC Groningen geen bestaansrecht, is één van hun argumenten.

Ze kregen zondagmiddag, voor aanvang van de wedstrijd tegen FC Dordrecht, een tik op hun vingers van Koen Schuiling, de burgemeester van Stad. Hij maande met name de supporters op de Noordtribune tot 'schikken' met hun gedrag jegens directie en Raad van Commissarissen. Met als dreigement: "Als dat niet gebeurt, hebben we een heel ander gesprek."

Waarna de supporters riposteerden dat FC Groningen geen club van het Stadhuis is.

Het eigendomsrecht is één van de hete hangijzers geworden nu FC Groningen ten prooi is gevallen aan een crisis, zowel sportief als bestuurlijk. Inmiddels heeft directeur Wouter Gudde zich overgegeven aan de wens c.q. eis van een groot deel van de achterban: wegwezen. Ook twee commissarissen, zijnde voorzitter Erik Mulder en Berend Rubingh, hebben de handdoek gegooid.

Vanuit de hoek van de officiële supportersvereniging, goed voor zo'n 4000 leden,  wordt gewerkt aan voorstellen voor een nieuwe bestuursstructuur, waarin volop ruimte is voor democratische waarden. Er wordt geschermd met Duitse modellen bij clubs zoals FC Sankt Pauli, Bayern München en Schalke 04. Daar worden de belangrijkste bestuurders gekozen door een 'Mitgliedersverein', samengesteld uit diverse gremia rond de club zoals supporters, seizoenkaarthouders, sponsors en oudgedienden met verdiensten.  

Bij FC Groningen wordt voor de topposities doorgaans geplukt uit de bestanden van het zogeheten old boys network. Geen seizoenkaarthouder die daar ook maar enige invloed op heeft.

Zijn we terug bij de Grote Vraag: Van wie is FC Groningen nou eigenlijk? 

Op de site van de club worden we niet veel wijzer. Op de door de websiteschrijver zelf opgestelde vraag wie de eigenaar van de club is, luidt het antwoord: de directie. Gudde dus anno nu. Zou je het hem op de man af vragen, dan is de kans groot dat hij dit ontkent. Terecht ook, want wie doorspit komt tot de ontdekking dat FC Groningen Beheer BV eigenaar is, met als enig aandeelhouder het stichtingsbestuur van de FC, momenteel geleid door de Asser burgemeester Marco Out. Hoe dan ook, het is sinds jaar en dag een bestuurlijk gesloten organisatie. Met één partij die al die tijd een stevige vinger in deze Groninger voetbalpap heeft: de gemeente.    

Gaan we terug naar de start van FC Groningen in 1971. Dat gebeurde op initiatief van de gemeenteraad, nadat GVAV te kennen had gegeven dat het de kosten van profvoetbal niet meer op kon hoesten. Oosterparkers, Velocitas en Be Quick (in die volgorde) hadden eerder al het loodje gelegd. Maar, stelden ze in het Stadhuis, een stad als Groningen behoort een betaalde club binnen haar grenzen te hebben ten faveure van de passieve recreatie. Daar kwam - na felle discussies - het nodige overheidsgeld voor op tafel. Met hulp van het bedrijfsleven en GVAV, dat haar spelerskapitaal inbracht, zag FC Groningen op 16 juni 1971 het levenslicht. 

Het bleef niet bij eenmalige bijdrage vanuit de politiek. De gemeente moest om de haverklap bijspringen om FC Groningen in de benen te houden. En toen FC Groningen eind vorige eeuw de wens te kennen in een nieuw, eigentijds stadion te willen spelen, werd er ook weer beroep gedaan op de stedelijke politici. Zij gaven groen licht voor de Euroborg in ruil voor structurele gemeentelijke invloed op de organisatie. 

Die is er tot op de dag van vandaag nog steeds. Sinds de entree in de Euroborg in 2006 staat FC Groningen min of meer stilletjes onder curatele van de gemeente. Burgemeesters en (oud) politici hebben zitting in het stichtingsbestuur en de Raad van Commissarissen.

Vanuit dat oogpunt heeft Koen Schuiling zich wellicht laten verleiden tot een uitspraak over de macht in de Euroborg. Niet geheel onlogisch ook, gezien de gemeentelijke inbreng sinds de oprichting. Indachtig die anciënniteit en het credo wie betaalt bepaalt heeft de burgervader  simpelweg een vorm van gewoonterecht opgeëist. Nergens staat evenwel zwart op wit dat de gemeente eigenaar is van FC Groningen. Aan de andere kant: zou de gemeente de stekker uit de club trekken, dan dreigt het voortbestaan van de club in gevaar te komen. Maar nuchter beschouwd is het bezit van FC Groningen in feite verpakt in een mistig vacuüm. De enige échte topman, Marco Out, laat nooit wat zich horen. 

Of de supportersvereniging dit organisatorische fundament los kan wrikken in een heuse machtsstrijd is nu de grote vraag. Echter, FC Groningen afficheert zich maar al te graag als een volksclub en daar past, hoe je het ook wendt of keert, geen gesloten bestuurscultuur bij.  

Dan is het Sankt Pauli-model, om maar een voorbeeld te noemen, uiteindelijk toch een betere stip op de horizon.  

maandag 30 oktober 2023

 In memoriam Bé Hagenauw

Spits, die zich alleen in

Roden op zijn gemak wist






Wie kent hem nog, deze blonde adonis? Dat zal misschien een enkeling zijn, want zijn ster straalde een slordige halve eeuw geleden. Bij de voetbalclub Roden was hij een gevreesd goalgetter, leek er zelfs een mooie toekomst voor hem in het verschiet als prof bij Heracles. Een scout van de Almelose club ontdekte hem aan de Norgerweg en zag in deze makkelijk scorende amateur een potentiële spits voor de zwartwitten, destijds spelend in de eerste divisie. Het aangeboden contract liet de toen 22-jarige Bé, zoon van een vooraanstaand Rôner die als 'Velleman' door het bruisende dorpsleven ging, niet aan zich voorbij gaan. Waarna hij trots poseerde voor zijn nieuwe club. Zie foto boven. Maar in het knusse stadion aan de Bornsestraat, met die klassieke, inmiddels op de monumentenlijst geplaatste houten hoofdtribune, kon Bé Hagenauw de verwachtingen niet waarmaken. De transfer draaide uit op een bittere teleurstelling, mede ingegeven door een gevoel van heimwee. Daar kwam nog bij dat zijn werk als opzichter bij de Grontmij ook moeilijk te combineren viel met betaald voetbal. Na een seizoen zonder ook maar één score, wist Bé het heel zeker. Als de wiedeweerga terug naar Roden. Want als Bé iets was, was het wel een volbloed Rôner.

Wás inderdaad, want Bé Hagenauw is niet meer. Afgelopen zondag op 70-jarige leeftijd overleden aan de gevolgen van diverse slopende kwalen. Alle fysieke misère begon in 2009 toen de aorta in zijn buik sprong. Wonder boven wonder bracht hij het er toen levend af. Na deze aneurysma werd Bé nooit meer 'de oude'. Ging het qua gezondheid meer en meer knellen. De gang naar de Norgerweg, de thuisbasis van de VV Roden, ging hem de laatste jaren steeds moeilijker af. Op X, het voormalige Twitter, liet hij geregeld nog wel van zich horen onder het account Beetje9. Totdat ik een paar weken geleden een melding van hem kreeg dat hij afscheid nam van dit moderne medium. Het ging gewoon niet meer.

Roden heeft met Bé Hagenauw een waar clubicoon aan de eeuwigheid moeten prijsgeven. Hij diende de club niet alleen als (succesvolle) speler, maar ook als bestuurslid en consul. De honneurs in het professionele voetbal werden waargenomen door zijn twee jaar jongere broer Henk, die anno 1974 liefst 45 jaar bij FC Groningen op de loonlijst stond. Eerst drie jaar als keeper, daarna als verzorger/coördinator.

 


donderdag 26 oktober 2023

In memoriam Johan de Wolf (1936-2023)



De keeper die zich voor een Vespa

 naar de aartsrivaal liet transfereren





Ruim twee weken nadat Fré Mensinga naar het hiernamaals werd verbannen, is deze week nog een speler van het team overleden dat Be Quick in 1960 aan een kampioenschap in het professionele voetbal heeft geholpen. Nu was Johan de Wolf  'aan de beurt', de keeper van dienst destijds. De alom gevreesde ziekte kreeg hem ook te pakken.  

Mede dank zij zijn soms fenomenale reacties van Johann Caspar de Wolf, zoals hij in 1936 bij de burgerlijke stand werd ingeschreven, promoveerde de Good Old naar de eerste divisie. De volbloed Stadjer was één van de aankopen van voorzitter Jan Marrink in diens ultieme poging de stadshegemonie op GVAV te heroveren. De eredivisie was zijn ambitieuze stip achter de horizon van de Esserberg, Want ja, GVAV promoveerde datzelfde jaar ook en keerde daarmee terug op het hoogste niveau.

Dat was een tegenvaller voor Marrink, die zijn plannen met argusogen zag bekeken door de oude garde van Be Quick, die de hun club liever zagen terugkeren naar het amateurvoetbal. Marrink, directeur van de Barbarossa bierbrouwerij, vond dat op conservatisme gebaseerde streven niet passen bij de status van Be Quick, dat sinds de het begin van het nationale competitievoetbal (eind 19de eeuw), de Trots van het Noorden was.

Hij koos als zakenman voor een professionelere aanpak, inclusief spelers die in zijn visie pasten. Johan de Wolf was er één van, net als Harens scherpschutter Dirk Roelfsema (dit jaar ook overleden) en de robuuste verdedigers Simon Zoetebier (KHC Kampen) en Jan Bolhuis (Oosterparkers). Arie de Vroet, gepokt en gemazeld in het Franse profvoetbal, werd teruggehaald als trainer.

De transfer van Johan de Wolf ging gepaard met veel opschudding. De stylist onder de lat gold als een rasechte Veloman, eentje van het soort 'eens Velocitaan, altijd Velocitaan'. Hij was immers de jongste telg van een prominente groenwitte dynastie. Al zijn ooms, respectievelijk Frans, Willem en Bé de Wolf, hadden Velo landelijke roem gebracht.

De overgang van Johan de Wolf van een volksclub naar een eliteclub, nota bene ook nog de grote aartsrivaal, werd dan ook gezien als een vorm van familieverraad. In de annalen van Velocitas staat te lezen dat de toen 23-jarige keeper was bezweken voor het krijgen van een Vespa-scooter als transferpremie. Velo - destijds ook nog profclub - streek overigens nog wel 20.000 gulden voor deze ongewenste verkoop.

Het was dagenlang gespreksonderwerp nummer 1 in de stadse voetbalgemeenschap. Daar kwam nog een hoofdstukje 'buurtverraad' bij, want ook Jan Bolhuis werd het niet in dank afgenomen in het Oosterpark dat hij Be Quick verkoos boven Oosterparkers, dat dat jaar het profvoetbal voor gezien hield. Daar kon de goegemeente buiten de klassieke volksbuurt nog wel enig begrip voor opbrengen. Voetballen als semiprof was al met al best een aardige bijverdienste voor bakker Bolhuis.

Het glorieuze kampioenschap van de tweede divisie B in 1960 kreeg echter niet het gewenste effect. De tweede stap zetten, promotie naar de eredivisie en weer de beste club van de stad worden, draaide uit op een flop. Ergo, Be Quick degradeerde zelfs twee jaar later al weer, mede door een rigoureuze saneringsgolf van KNVB-zijde. Van twee eerste divisies ging het naar één. Be Quick haalde de cut (een plaats bij eerste acht) voor de eerste divisie niet en dat bleek uiteindelijk de finale doodsteek voor de roemruchte Esserbergclub. In 1964 viel het doek definitief.

Johan de Wolf en ook die andere aankopen van Jan Marrink hadden hun heil toen al elders gezocht. De veelbelovende keeper zette het voetbal op een laag pitje en vond emplooi bij het installatie- annex loodgietersbedrijf van oom Frans. Daar werd hij eind jaren zelfs eigenaar van. De familiewonden waren geheeld.  

Fotobijschrift:

Johan de Wolf (tweede van rechts) poseert in 1959 met andere aanwinsten van Be Quick voor het Esserbergstadion. Rechts van hem Henk Duitsch en links naast hem Jan Bolhuis (beiden afkomstig van Oosterparkers). Geheel links Simon Zoetebier, afkomstig van KHC Kampen.  


 


dinsdag 17 oktober 2023


 

Clubicoon Fré Mensinga van Nieuw Buinen is afgelopen vrijdag na een slopend ziekbed overleden. Hij werd 86 jaar. Fré Mensinga gold als een talentvolle voetballer, die zijn beste jaren doorbracht op de Esserberg van Be Quick 1887. Dat was van 1956 tot 1962, toen de Good Old in het profvoetbal acteerde. Met Mensinga als bedrijvige middenvelder vierde Be Quick destijds onder aanvoering van trainer Arie de Vroet haar hoogtijdagen, in 1960 culminerend in het kampioenschap van de tweede divisie. Mensinga (staande geheel rechts) was een vaste basisklant in dit team, met illustere spelers als Simon Zoetebier (staande geheel links), de Hongaar Janos Bedly (staand midden), topschutter Dick Roelfsema (gehurkt ) en keeper Johan de Wolf.

Zijn er nog lezers die alle spelers van dit elftal herkennen? Komt u dan maar.

vrijdag 30 juni 2023

Wat betreft de financiële sores bij Donar. Dat is niet nieuw. De nestor van de Groninger sportjournalistiek, Jan A. van der Veen (inmiddels in ruste), schreef op 28 november 2014 deze column op de site van Sport in Stad over de destijds ook al penibele toestand van de club. Daarin wordt ook een discutabele rol van de nu opgestapte penningmeester Ronald Arkema opgevoerd. 

Door Jan A. van der Veen

De onlangs gecontracteerde Amerikanen Lance Jeter en Mark Sanchez hebben de tot onder het nulpunt gedaalde gemoederen onder de supporters en geldschieters van basketbalclub Donar weer enigszins tot bedaren gebracht. Dat was uiteraard ook de bedoeling van de bestuursleden onder aanvoering van interim-preses Gert Kiel. De grote vraag is, hoe kan een armlastige club zo maar ineens twee basketballende konijnen uit de hoge hoed toveren? Hebben de Hoge Heren voor het derde achtereenvolgende seizoen onverantwoorde financiële risico's genomen? Volgens de bestuursleden is in het seizoen 2012-2013 een verlies geleden van maar liefst twee ton! En het seizoen 2013-2014 bracht een tekort aan het licht van 130.000 euro.


Velen zetten overigens vraagtekens bij die bedragen. Immers, accountants van KPMG zijn het niet eens met de interpretatie van de jaarcijfers en hebben daarom geweigerd om hun goedkeuring te verlenen. Kiel cs hebben hun rapportage nu ondergebracht bij sponsor BDO Accountants & Adviseurs. Op zich een heel vreemde move. Belangenverstrengeling zou aan de orde kunnen zijn. Immers, BDO-adviseur Ronald Arkema heeft de jaarrekeningen van Donar in z’n pakket gekregen, terwijl hij ook lid is van de taskforce van Donar. Arkema was overigens in het verleden als voorzitter eindverantwoordelijk voor twee faillissementen van de Stichting Topvolleybal Assen (Sudosa).

Voor aanvang van dit seizoen bij Donar volgde een hevige sanering om de uitgaven met enkele tonnen terug te schroeven mede door het afhaken van de jarenlang trouwe hoofdsponsor GasTerra en het gemis van een nieuwe hoofdsponsor van allure. Twee zakenlieden boden in de zomer  150.000 euro in ruil voor het hoofdsponsorschap en shirtreclame. Hooghartig wezen de Hoge Heren het voorstel af. Men was van mening dat hun club tenminste drie en halve ton waard was. De bestuurders waren zelfs niet bij machte om financiële dekking te vinden voor deelneming van hun club aan de Europa Cup.

Maagdelijke witte shirts showen de basketballers dit seizoen nu al weer elf wedstrijden en dat na het behalen van het landskampioenschap, het winnen van de beker en het veroveren van de Supercup. Zelfs een poging om shirtreclame per wedstrijd te vermarkten leverde niets op. Het is bekend dat tenminste twee bedrijven getracht hebben in contact te komen met de leiding van Donar om mogelijk tot incidentele shirtreclame voor de uitwedstrijd tegen Shoeters Den Bosch te komen. Helaas, de Hoge Heren bleken wegens uiteenlopende redenen onbereikbaar. (Kiel was op vakantie in Canada, terwijl commercieel manager Peter van der Molen zich op huwelijksreis vermaakte met zijn bruid.)

En dan  ineens twee nieuwe spelers, terwijl een taakstellend deel van 50.000 euro op de begroting voor dit seizoen nog weggepoetst moet worden. Hoe het allemaal in elkaar steekt weet niemand met uitzondering van de bestuursleden. Zeer waarschijnlijk heeft Lance Jeter het salaris gekregen van de eerder dit seizoen weggestuurde Nick Cochran. En ook is vrijwel  zeker dat Donar geen directeur zal aantrekken om de club nu eindelijk eens professioneel te laten leiden, ondanks een dringend advies van organisatiedeskundige Ed Zijp. Het salaris van die beoogde directeur verdwijnt nu naar Mark Sanchez.

Van een open en transparant beleid hebben de Hoge Heren nog nooit gehoord, terwijl zij toch al 27 maanden aan het spelen zijn met geld van supporters en sponsors. De bestuurders van Donar zijn van mening dat de media zich achter de club moeten scharen en alleen maar moeten berichten over het verloop van wedstrijden. 'De rest regelt het bestuur wel', aldus één van de heren tijdens de eerste training van dit seizoen in MartiniPlaza. Blijkbaar heeft men geen idee wat journalistiek inhoudt. Dat journalisten ook een controlerende rol hebben omdat bestuursleden zonder controle van bovenaf met gemeenschapsgeld in de weer zijn is hen volkomen vreemd. Men vindt het maar niks als er vragen gesteld worden als “Is er al zicht op een nieuwe hoofdsponsor”, “Wanneer volgt de benoeming van een directeur”, “Wie wordt de nieuwe voorzitter?", " Wanneer wordt de Raad van Commissarissen geïnstalleerd", en "Wie komen er in de Raad van Advies? ". Stuk voor stuk onbeantwoorde vragen. "We zijn druk bezig" en "We zijn in gesprek", zijn tot in den treure de steevaste antwoorden van interim-preses Kiel.

In februari heeft Ed Zijp uit Roden, jarenlang voorzitter van FC Groningen, op verzoek van nota bene de leiding een gedegen rapport uitgebracht over een professionele koers in de toekomst van Donar. "De bestuursleden die er nu zitten zijn goedwillende amateurs", liet Zijp zich ontvallen tijdens een interview op Radio en TV Noord. Het is hem niet in dank afgenomen. Het huidige bestuur sprak er schande van. Inmiddels zijn negen maanden verstreken na het verschijnen van het rapport van Zijp. Pas sinds de zomermaanden buigt een zogeheten taskforce zich over de eventuele nieuwe structuur. Momenteel is men lijstjes aan het samenstellen van potentiële kandidaten voor allerlei functies.

Het had zo simpel kunnen zijn. "Meneer Zijp", had Kiel in februari moeten zeggen, "U bent specialist. Wilt u informateur of formateur van de personen voor de nieuwe organisatiestructuur zijn?". In dat geval waren de amateur- bestuursleden van een hoop zorgen verlost geweest door de inbreng van een echte professional, die de job pro deo had willen uitvoeren. Niets van dat alles dus. En aan de hand van Zijp en de Raad van Commissarissen had de jacht geopend kunnen worden op een nieuwe hoofdsponsor en bekwame type's voor allerlei geledingen. Ook een nieuwe structuur van de Business Club Donar en een nauwere band met de supportersvereniging had in een ommezien geregeld kunnen zijn.

Het ziet er naar uit dat de voorzitter op heel korte termijn opstapt. Hij gaat zich in’t vervolg bezighouden met z’n gezin en z’n job bij ARBO-UNIE.  Bestuurslid technische zaken Martin de Vries vertrekt aan het eind van het seizoen wegens privéredenen. De Hoge Heren hebben de bovengenoemde Arkema en Stefan Zevenberg uit Assen op het oog als nieuwe bestuursleden. Zevenberg is eigenaar/directeur van NewComm IT sinds 2007. Daarvoor was hij de grote baas van Heart Vital Communications Services Groningen. Dat bedrijf ging failliet. Zevenberg is ambassadeur van de Stichting Energie4All.

Het is opvallend dat steeds ‘figuren’ uit Assen bij Donar bestuurlijke posities in nemen of lijken te nemen. Het zal ongetwijfeld te maken hebben met het old boys netwerk van Kiel. Donar moet zijn van, voor en door Groningers. Dan gaat het vast stukken beter. Er zijn in de mooiste (basketbal-)stad van ons land voldoende integere en capabele mensen beschikbaar. En een zeer capabele Groningse coach zou het volgend seizoen bij Donar moeten terugkeren; Marco van den Berg.


woensdag 7 juni 2023

 

Hoe de unieke identiteit van

Donar bewaard is gebleven


Op de spelersbus van Feyenoord staat deze tekst: Niets is sterker dan dat ene woord. Het laat zich raden welk woord wordt bedoeld. Jawel, Feyenoord dus.

In Groningen houden we niet van plagiaat, maar deze slogan zou ook niet op de spelersbus van Donar misstaan. Want ja, in een halve eeuw Donar is diverse keren geprobeerd de naam Donar uit te vlakken. De club van haar identieke identiteit te beroven. Die pogingen gebeurden onder commerciële motieven. De eerste grote suikeroom van Donar, Nationale Nederlanden, gunde Donar nog een plaatsje in de naamgeving. Nationale Nederlanden/Donar, kortweg NN/Donar genoemd in de media. Zoals latere hoofdsponsors als Ahrend en RZG het ook bij simpele koppeling hielden. En dus werd er in de Evenementenhal gewoon DO-NAR, DO-NAR gescandeerd in MartiniPlaza.

Heel anders was de situatie in 2003 toen beheer- en beleggingsgigant Hanzevast zich genegen voelde om Donar te injecteren met een forse kapitaalsinjectie. Maar alleen dan, was de onverbiddelijke voorwaarde van Hanzevast, als Donar onder de naam van MPC Capitals bij de bond zou worden ingeschreven. Nou waren naamswijzigingen vanwege sponsorbelangen in de Nederlandse zaalsportwereld verre van ongebruikelijk, maar een geuzennaam als Donar zo maar even de balk gooien was toch wel even een brug te ver. Het gebeurde toch, want ja, voor wat (een vette pot geld) hoort wat. 

Toch bleef Donar gewoon Donar. Dank zij het Groninger publiek. Dat kreeg het scanderen van CA-PI-TALS, CA-PI-TALS niet uit haar strot. Als er aangemoedigd moest worden, was en bleef het DO-NAR, DO-NAR. Van hetzelfde laken een pak ging het in 2009, toen gasgigant Gasterra de knuffelclub van Groningen met een bom duiten verblijdde. Ook deze multinational eiste de hoofdprijs als wederdienst, de clubnaam. Gasterra Flames werd geboren. Maar zeker niet in de armen van het Donar-legioen gesloten. Niemand die het in zijn hoofd haalde GAS-TER-RA te scanderen. Het was en bleef DO-NAR. En zo is Donar in een halve eeuw een even krachtige als unieke merknaam in de nationale sportwereld geworden. Qua financiën de grootste zaalsportclub van Nederland zelfs.

Na 50 jaar is dat een historisch boek waard geworden. Nee, het is nog niet te koop in de boekwinkels. Dat gebeurt pas eind september. Maar u kunt het al wel vast bestellen bij de Donar fanshop. En ook nog met korting. Dan betaalt u 33 euro in plaats van 38. Als Donarwatcher van het eerste uur, anno 1970, zeg ik DOEN!!!