donderdag 16 november 2017

Donar en Lycurgus zitten tegen hun internationale grenzen aan

De Groninger sportliefhebbers hebben zich aan veel mooie gebeurtenissen mogen laven, maar deelname aan de prestigieuze Champions League is hen nog niet gegeven. Voor FC Groningen, dat in haar prijzenkast nog altijd een plaatsje vrij houdt voor de cup met de grote oren, lijkt dat ook een utopie gelet op de ontwikkelingen in het voetbal. De stadse zaalclubs mogen er daarentegen de laatste jaren steeds aan ruiken. Maar voor een ticket van het kampioenenbal schieten ze op het moment suprême te kort. Donar haalde nog wel de drempel in Madrid, maar daar klapte thuisspeler Estudiantes alsnog – in de verlenging – de deur dicht. En afgelopen zondag zag ook Abiant/Lycurgus deze illusie in (Belgische) rook opgaan.

Dat was overigens geen schande, niet voor Donar en evenmin voor Lycurgus. Verre van dat zelfs. Beide landskampioenen presteerden naar vermogen. Ze missen simpelweg de euro's die nodig zijn om structureel op het hoogste internationale podium te kunnen acteren. Lycurgus moest de handdoek gooien in Belgisch Limburg, waar de lokale trots Noliko Maaseik de beschikking heeft over een budget dat zo'n vijf keer dat van Lycurgus is. Waar de Groninger club het met 4.5 ton moet doen, zit Noliko op een slordige twee en een half miljoen. En ja, in de profsport geldt nu eenmaal de wet dat de hoeveelheid beschikbaar geld de kwaliteit van de spelersgroep bepaalt. Niet voor niks spelen twee van de beste spelers van Lycurgus in de afgelopen jaren, spelverdeler Jay Blankenau en libero Just Dronkers, momenteel voor een veel beter traktement in Maaseik.

Vergeleken met Noliko Maaseik is Lycurgus ook maar een veredelde amateurclub. Kijk eens naar het organogram van Noliko en zie hoe deze club bedrijfsmatig is ingericht, met aan de top een heuse Raad van Bestuur. Kom daar bij Lycurgus eens om. Daar is het vooral bestuurlijk tobben. De bestuurstafel heeft veel weg van een duiventil. Voorzitters komen en gaan de laatste jaren. Het rijtje Cees-Jan Gieskes, Rob Birza (interim), Mark Boumans, Paul van der Wijk en nu weer (waarnemend) Bert Eissens zegt veel over de continuïteit bij Lycurgus. Die is er dus niet.

Niet alleen voorzitters zijn geen constante factor, maar ook andere kaderleden houden het om hen moverende redenen doorgaans vrij snel voor gezien. Onlangs meldde Jack Suiveer, de man die als publieksaanjager Martiniplaza's vol kreeg en daarmee Lycurgus flink wat toprecettes bezorgde, dat hij het voor gezien hield. Hij werd voorafgegaan door Allard Bloem (technische zaken), Paulien Schoonhoven (commerciële zaken). Zij beheerde de portefeuille die Hans Buissink enkele jaren geleden ook al vrij snel ter beschikking had gesteld. Verder is ook (stilletjes) de vermogende zakenman Erwin Rob, de man van de alternatieve veerdienst op Terschelling, bij de Lycurgus verdwenen. Zijn vertrek is omgeven door schimmigheid. 

Al met al een verontrustende gang van zaken, want de basis van sportief succes ligt – aldus Ed Zijp, de man die bij FC Groningen de boel bestuurlijk op poten heeft gezet – in een krachtige, duurzame organisatie van bovenaf.

Bij Lycurgus is men binnen de lijnen verder dan er buiten. Dat heeft nagenoeg alles te maken met coach Arjen Taaij, die als Lycurgusman in hart en nieren zijn hele ziel en zaligheid in de club gooit. Hij houdt zich ook intensief met de organisatie bezig en kijkt met een visionaire blik richting toekomst. Daarin moet de Champions League in 2020 pas haalbaar zijn. Er is dus nog tijd om die doelstellingen te realiseren. Echter, dan zal die al twee jaar geleden aangekondigde slag naar professionalisering van de organisatie toch eens spoedig haar beslag moeten krijgen.

Niet alleen Taaij is overigens een stabiele factor bij Lycurgus, maar bovenal hoofdsponsor Abiant. Ooit komt er een tijd dat aan deze zakelijke liefde ook een eind komt, maar vooralsnog lift de goed draaiende uitzendgroep graag mee op de successen in het veld.

Donar is al jaren – vergeefs – op zoek naar een hoofdsponsor. Maar ook zonder de vorstelijke injecties van GasTerra is de tweede sportattractie van de Stad soepel draaiende te houden als topclub in Nederland. Dat heeft alles te maken met de grote en vooral ook trouwe achterban, die grif (tamelijk prijzige) seizoenkaarten koopt. Zo'n 1700 voor dit seizoen en dat aantal is alleen al goed voor een kwart miljoen aan inkomsten. Uniek ook in Nederland, de enige zaalsportclub die zo veel seizoenkaarthouders heeft. Menige Jupiler Leagueclub zal er zelfs jaloers op zijn.

Des te verwonderlijker is het dat het bestuur Stokroos geen hoofdsponsor aan zich kan binden. Er gaat een verhaal dat Donar te hoog in de boom zit qua vraagprijs (3 ton op jaarbasis), maar uitsluitsel daarover wordt niet gegeven. Wat wel aannemelijk is, is dat het fors sponsoren van een basketbalclub niet aantrekkelijk is voor potentiële bedrijven vanwege de geringe exposure die deze sport in dit land heeft. De eredivisie is een kind met een waterhoofd, met vier serieuze profclubs en en vijf veredelde amateurclubs.

In basketballand is evenwel niemand die deze nooddruftige situatie aan de kaak stelt. Een Beneleague, zoals in handbal en ijshockey om het niveau op te krikken, is niet bespreekbaar en dus moddert de DBL (Dutch Basketball League) maar wat aan. En maar klagen dat er geen media-aandacht is.

Mede daardoor zit Donar, net als Lycurgus trouwens, tegen haar internationale grenzen aan. Met een begroting van zo'n anderhalf miljoen mag je dan spekkoper zijn in Nederland, buiten onze grenzen zit je in de klasse der dwergen. Ben je als Donar zijnde te klein om structureel in de Champions League te kunnen opereren. In dat geval moet er toch minimaal een miljoentje bij, al zit je dan nog tegen de ondergrens van het broodnodige aan. Estudiantes, dat Donar, in de laatste CL-voorronde elimineerde, heeft een begroting van zeven miljoen. Op ongeveer datzelfde bedrag zitten ze in Groningens partnerstad Oldenburg.

Donars coach Erik Braal mag dan stellen dat het benoemen van begrotingen in relatie tot de kracht van een team typisch iets is voor journalisten, het bagatelliseren er van getuigt niet van realisme. Met meer geld kun je nu eenmaal betere spelers ophalen. Zo is het altijd geweest en zo zo zal het altijd zijn. Er heeft nog nooit een club van anderhalf miljoen welke Europese beker dan ook (er zijn er vier) gewonnen. En dat zie ik Braal, met alle respect voor zijn vakmanschap als coach, met Donar ook niet doen.

Kortom, wil Groningen zich als zaalsportstad internationaal profileren, dan moet er meer geld op tafel komen. Eén van de manieren om dat te realiseren is de bouw van een échte topsporthal, waar financiële experts ook nog eens een goed verdienmodel op kunnen projecteren. Te denken valt aan een arena met tussen de eerste en tweede ring een x-aantal businessloges, die ook bij grote concerten en andere, incidentele topsportevenementen goed verkoopbaar zijn. In de seizoengids van de EWE Baskets in Oldenburg staan wat horecacijfers die de club tonnen heeft opgeleverd. Er werden alleen al bij het basketbal 11.900 Brezeln, 20.400 braadworsten en 18.360 liter bier (72.000 glazen) verkocht.

Er is, zo stond onlangs in het Dagblad van het Noorden te lezen, inmiddels een en ander in gang gezet door de heren De Rook (wethouder), De Kok (directeur MartiniPlaza) en Stokroos (voorzitter Donar). Zij lieten zich nogal pontificaal fotograferen als initiatiefnemers van een mogelijk nieuwe topsportarena. Een wat geforceerd aandoende Goed Nieuwsshowtje nadat beide clubs enkele keren niet in Plaza terecht konden. Blijkbaar beginnen de komende gemeenteraadsverkiezingen hun schaduw vooruit te werpen. Sport is al sinds mensenheugenis het stiefkindje van de stadse politici.

Er schijnen zich krachten te ontwikkelen die zich tegen deze opstelling in het stadhuis verzetten. En terecht gezien het aantal sportliefhebbers in de Stad en Ommeland, zowel actief als passief. Wekelijks genieten duizenden mensen op alle mogelijke manieren van topsport en het geeft geen pas hen stelselmatig te negeren. Dan sta je als politicus (m/v) niet met beide benen in de maatschappij.


Derde Helft (357)

Het gaat binnen de lijnen beter met Abiant/Lycurgus dan er buiten. Het streven van de clubleiding naar professionalisering van de organisatie loopt niet echt lekker. Stapte onlangs de vierde voorzitter in korte tijd op, Paul van de Wijk, met in zijn kielzog bestuurslid technische zaken Allard Bloem, inmiddels moet de volleybalkampioen van Nederland ook verder zonder Jack Suiveer en Paulien Schoonhoven.

Vooral Suiveer trok de aandacht als aanjager van volle zalen bij belangrijke wedstrijden in Martiniplaza. In zes wedstrijden bracht hij liefst 21.180 mensen naar binnen, een moyenne van 3530. Voor Lycurgus, dat in de competitie gemiddeld ongeveer 250 m/v ontvangt, uitzonderlijk. Suiveer, een omnivoor als het om (top)sport, is toe aan een nieuwe uitdaging.

Paulien Schoonhoven haalde ook geld binnen voor Lycurgus, zij in haar rol als bestuurslid commerciële zaken. Ze heeft haar functie echter ter beschikking gesteld als gevolg van emigratie naar de Bahama's. Daar heeft ze een werkkring aanvaard als trainer/coach bij Bureau Land, een internationaal georiënteerd instituut voor toepasbare psychologie. Ook haar gaat Lycurgus nog missen.

Het mooie van amateurvoetbal is dat je bij elke club wel een bijzondere supporter c.q. medewerkers treft. Bij Oranje Nassau in Groningen is dat Aike Norg. Wat maakt hem zo bijzonder? Nou, deze Aike Smit bezoekt elke thuiswedstrijd van de Coendersborgclub. Vanuit zijn woonplaats Zeerijp wel te verstaan. En ook nog eens op de fiets. Al met al een retourtje van zo'n 60 kilometer. En dat voor een 75-jarige die zelf altijd bij De Fivel heeft gevoetbald. Hij kwam bij toeval eens bij Oranje Nassau terecht en dat beviel zo goed dat hij er nu al tig jaren bij het vaste decorum zit. Wat mij betreft petje af voor deze Aike.

En wie zag ik bij het aloude Velocitas 1897 langs de lijn staan? Jawel, Anjo Mekel, de dit jaar opgestapte assistent-coach van de Groninger basketbaltrots Donar. Gaat hij de voetballerij in? Nee, coach Mekel stond er, in gezelschap van een andere voormalige assistent-baskelbalcoach (bij Groene Uilen), Jeroen Hamminga, naar zijn zoon Quinn te kijken. Deze Quinn is bij Velo momenteel zeer succesvol als spits. Hij heeft er dit seizoen al negentien in het mandje gelegd en is daarmee met afstand topscorer van de kersverse zaterdagclub. Weliswaar scoort Quinn aan de lopende band in de vijfde klasse, maar zo te zien, zou hij het ook hogerop wel kunnen.

Anjo Mekel had overigens ook een basketbalnieuwtje; Donars grootste talent, de 16-jarige Rienk Mast, zal niet meer zo heel lang in MartiniPlaza te zien zijn. Hooguit nog anderhalf seizoen. Media 2019 hoopt hij zijn middelbare schooldiploma te halen en dan mag hij proberen zijn talent uit te bouwen in de Verenigde Staten. In het universiteitsteam van Oregon State hebben ze al een plaatsje voor de ruim twee meter lange Groninger ingeruimd.

Aan de andere kant van de A7, bij GRC Groningen op sportpark Corpus den Hoorn, werden onderscheidingen uitgereikt. De eminente archivaris Ab Gewald kreeg het zilveren speld van de KNVB voor zijn grote verdiensten bij de GVV Royal Combinatie. Ook waren er erespelden voor Bauke – roepnaam Bob – Blok en Klaas van Dingen. Beiden staan inmiddels een halve eeuw op de ledenlijst van GRC. Van Dingen is trouwens niet alleen waardevolle GRC-kracht, hij voelt zich als oud-Winschoter ook nog een rasechte WVV'er. Klaas speelde er nog met toppers als Jan Mulder en Jan Blom.

Oud-GRC'er Gerard Pluim die zich al weer geruime tijd verdienstelijk voor Geel Wit Ameland, is op het eiland ook door de lokale politiek ontdekt als waardevol bestuurder. Hij is er penningmeester geworden van Ameland '82, een partij die in de raad drie zetels heeft en van Ameland een echt sporteiland wil maken. Sportevenementen worden door Ameland '82 gezien als toeristische trekkers.

We hadden het al een tijdje gemist, de vorig jaar met veel klaroengeschal en tromgeroffel geïntroduceerde sporttalkshow van Podium TV en het Dagblad van het Noorden. Maar het wekelijkse programma van anchorman Henk Kok en side-kick William Pomp is al weer een stille dood gestorven. Simpelweg omdat het financieel niet uit kon, aldus het – niet bevestigde – verhaal.

Wat ook ter ziele is gegaan, is de zondagtak van de Hoogkerker fusieclub HFC '15. Geen voldoende mankracht meer. Sneu werk voor de pas aangestelde trainer Roelof Rutgers, die na een vervelende ervaring bij Veendam 1894 met frisse moed onder de rook van de suikerfabriek aan de slag was gegaan. De zwembadmanager van de gemeente Tynaarlo gaat zijn vrije tijd nu invullen met het maken van trainingsuren voor het lopen van de Nijmeegse Vierdaagse. Een uitvloeisel van nogal wat grootspraak op zijn laatste verjaardagsfeestje.

Opmerkelijk bij de bekerwedstrijd tussen de jeugd van Be Quick 1887 (onder 13) en die van Roda JC, voor de beker. Aan de kant trof ik twee klassieke Velocitanen meeleven met de Good Old. Dat waren Bertus Bats en Rio Zoutman, in een grijs verleden vooraanstaande spelers bij aloude aartsrivaal in het Stadspark. Maar nu ze opa zijn, juichen ze ook voor Be Quick. De reden? Hun respectievelijke kleinzonen, Thomas en Renzo, spelen in dit team. Overigens verloren deze jonkies wel. Eervol, want de eredivisionist won pas na strafschoppen. Nee, de jeugd staat Be Quick 1887 er nog steeds goed op.