dinsdag 29 november 2022


Ooit was hij, Piet Doornbos, een gevierd man in het doel van Velocitas, in de periode dat die club nog een paar jaar in het betaalde voetbal actief was. Maar wie weet het nog? Zelfs Velo, waar hij toch tientallen jaren op de ledenlijst stond, vond het blijkbaar niet nodig via de geëigende mediakanalen kond te doen van zijn dood, enkele weken geleden. Ik kreeg bij toeval te horen, via een telefoontje met John Schokker, hoofdsponsor van de groenwitte club. 

Zijn dood kwam niet onverwacht, Hij was al op leeftijd (85) en Piets kaarsje brandde langzaam maar onverbiddelijk af. Zijn fietstochten in Stad en Ommeland om Velo 1 te zien spelen, zaten er al een tijdje niet meer in. Dat moet een mentaal gemis voor hem zijn geweest. Want Piet Doornbos (rechts op de foto) was een op en top Velocitaan. Op 10 juni j.l zou hij begiftigd worden met een speld ter ere van zijn 65-jarig lidmaatschap. Dat lukte al niet meer.

Nadat zijn actieve carrière er op zat, werd hij clubgrensrechter. En daarna zat hij jarenlang moederziel alleen in het kaartverkoophokje van het - nooit afgemaakte - stadion Stadspark. Hij liet er zelfs geen muisje zonder te betalen door. Elke gulden was er eentje. Met smoesjes en nepkaarten hoefde je niet bij hem aan te komen. Totdat Velo zo ver was afgezakt dat je met goed fatsoen geen toegangsprijs voor wedstrijden van het vlaggenschop meer kon vragen.  Waarna hij langs de lijn bleef kijken als gewoon toeschouwer. Nou ja, gewoon......

Zijn liefde voor Velo stak hij te pas en te onpas niet onder stoelen of banken. En als de naam Be Quick viel, kreeg je hem zelfs op de kast. Geen grotere Be Quick-hater in de Stad dan Piet Doornbos. De Good Old was in zijn ogen een foute eliteclub. Die afkeer ging zelfs zo ver dat hij tijdens een rondje fietsen om het Paterswoldsemeer  voormalig Be Quick-voorzitter Bauke Draaisma zag staan naast zijn fiets. Hij had lek gereden. Hoewel Piet als veelfietser altijd plakspul bij zich had, liet hij pechvogel Draaisma mooi ter plekke staan. Het gaf hem een satanisch genoegen.  

Piet werd door Velocitas, toen het nog in het profvoetbal actief was, ontdekt toen hij nog in het doel van de zaterdagclub GCSV stond. Of Piet bij Velo wilde komen keepen, kon hij ook nog een paar centen verdienen.  

Nou, dat wilde de talentvolle keeper wel. Er was echter één probleem: in Huize Doornbos stond de gereformeerde leer met afstand op één en was zondagvoetbal zo ongeveer het grootste taboe dat bestond. Zoon Piet moest dan ter kerke, liefst twee keer per dag. Daar had Piet echter niet veel belang bij. Als het maar enigszins kon, bedacht hij een smoes om het godsgebouw links te laten liggen. Daar was hij deugniet genoeg voor.
Daarom ook kon hij de verleiding van Velocitas niet weerstaan. Wie van zijn vrienden kreeg nou de kans profvoetballer te worden? Dus tekende hij stiekem een semiprofcontract bij Velo, destijds een de meest gerenommeerde clubs van de stad, bijschrijven. En ja, hij kon wel een leuke ijverdienste gebruiken. Dat de wedstrijden van Velocitas uitgebreid de krant haalden, kon hem niets schelen. Want, zo redeneerde hij, alles wat zondagsport was, lazen pa en moe toch niet.
Geruime tijd ging dat goed, totdat de heer des huizes een keer door een kennis werd gevraagd of die Piet Doornbos, die in de krant altijd zulke goede kritieken kreeg als spectaculaire en moedige keeper van Velocitas, misschien een zoon van hem was. Pa Doornbos dacht van niet en ja... er zijn wel meer hondjes die Fikkie heten.
Maar voor alle zekerheid vroeg hij Piet toch maar eens op de man af. Piet wilde er toen ook niet meer om liegen, zo was hij ook wel weer opgevoed. Zijn biecht (hoewel, dit is een katholiek begrip) werd hem niet in dank afgenomen, dat spreekt voor zich. Een tijd lang was de sfeer in huize Doornbos zelfs om te snijden. Uiteindelijk gaf vader Doornbos zich toch gewonnen. Piet Doornbos kon er op zijn ouwe dag, desgevraagd, nog smakelijk over vertellen.