donderdag 26 oktober 2017

Hoe FC Groningen is verworden tot Pension Hommeles?

Hommeles in de hut van FC Groningen, die tegenwoordig Noordleasestadion wordt genoemd. Die wordt niet vol gespeeld, zoals het beleidsplan richting 2020 wil, maar leeg gespeld. Het draait voor geen meter bij de FC en dan kun je wachten op negatieve effecten, zoals afgelopen weekeinde, toen de leiding van de club bekend maakte dat het twee van haar betere spelers, topscorer Mimoun Mahi en zijn maatje Oussama Idrissi, tot nader order uit de eerste selectie heeft gebonjourd. Wat de heren precies hebben uitgespookt na afloop van de wedstrijd tegen Willem II bleef (althans tot het moment dat deze krant ter perse ging) binnenskamers. Directeur Hans Nijland meldde in een perscommuniqué slechts dat er ontoelaatbare grenzen waren overschreden.

Vervolgens ging er een Gronings bombardementje los op de social media, waar veelal trainer Faber als schuldige van de heibel werd aangewezen. Nu is hij al geruime tijd de zondebok bij het overgrote deel van de geachte clientèle vanwege de tegenvallende resultaten, maar om hem nou ook maar rücksichtslos als Kop van Jut weg te zetten in deze affaire is nogal misplaatst omdat alle direct betrokkenen hun kaken stijf op elkaar hielden.

Wat wel helder (sic. Nijland) is, is dat dit incident te maken heeft met de neergaande spiraal waarin FC Groningen verzeild is geraakt. En ja, dat leidt tot almaar slechter bezette tribunes. Het sportpubliek in Groningen is meedogenloos. Het wil wel ergens naar komen kijken, als er maar aan haar trots wordt geappelleerd. Zie ook Donar. MartiniPlaza zit (veel) voller als een laagvlieger als Weert komt figureren dan als er Europese club van naam op bezoek komt.

Het oppoetsen van het Groningen-gevoel lukt alleen als er meer wordt gewonnen dan verloren en dat is momenteel bij FC Groningen 'even' niet het geval. In het Oosterpark werd ook soms voor slechts 7000 m/v gespeeld. De FC anno 2017 is, door allerlei oorzaken, verworden tot een tobclub. Het glorieuze Euroborgeffect is tien jaar na dato nagenoeg volledig verdwenen en het ziet er niet naar uit dat er een snelle kentering op komst is. Integendeel zelfs, gelet op de ontwikkelingen op de (inter)nationale voetbalmarkt.

Jan Publiek, blijkbaar onwetend van wat er zoal in voetballand speelt, heeft daar geen boodschap aan en ziet een andere oorzaak; de trainer. Momenteel is Ernest Faber aan de beurt, nadat eerder al Pieter Huistra, Robert Maaskant en Erwin van de Looi met pek en veren uit Nijlands hut zijn verbannen. Doelman Sergio Padt, gesterkt door zijn sterke optredens in het doel, kapittelde vorig week het Groninger publiek om haar negatieve houding richting trainers.

Padt ging daarmee pal voor Faber staan en dat was een moedige daad. Hij heeft ook niets te vrezen van de supporters. Zonder hem had de FC onder de degradatiestreep gestaan. Waarmee niet gezegd is dat er niks op Faber valt aan te merken. Alleen al in zijn voor- en nabeschouwingen komt hij niet sterk over. Afgelopen vrijdag bijvoorbeeld, kondigde hij een agressieve speelwijze aan tegen Willem II. De les van AZ (toen de FC in de tweede helft er vol tegenaan ging) was geleerd en de Tilburgers konden hun borst nat maken. Echter wat gebeurde, FC Groningen begon, nota bene in haar eigen veste, weer afwachtend en behoedzaam. Wellicht was de vrees voor Tilburgse counters groter dan de wil om deze laagvlieger alle hoeken van het veld te laten zien.

Dat heeft natuurlijk ook te maken met kwaliteit. FC Groningen is als het Nederlandse leger; door minder financiële middelen is de slagkracht hard achteruit gegaan. Generaal Faber wordt zonder deugdelijke wapens het strijdtoneel van de eredivisie opgestuurd. De club kan niet meer concurreren met clubs als AZ, FC Utrecht, Vitesse en toch ook weer Heerenveen. Het technisch kader heeft daar niet adequaat op kunnen inspringen, sterker nog, heeft vele planken misgeslagen. Clubs met minder geld zoals PEC Zwolle, ADO Den Haag, Heracles, Willem II en zelfs Excelsior, hebben betere dan wel gelijkwaardige selecties. Dat wordt bij de beoordeling van Faber nogal lichtzinnig over het hoofd gezien.

Wat Faber wel kan worden aangewreven is de trainingsintensiteit die hij van zijn spelers eist. Die lijkt niet buitengewoon groot. Doorgaans wordt er maar één training per dag aangekondigd, die meestal ook nog na koffietijd begint. Wie 's middags rond de klok van half drie op de A7 langs 'Corponello' rijdt, ziet meestal een leeg trainingsveld. Dat staat in schril contrast met een club als Lycurgus, waar de spelers elke morgen om acht uur al op het appèl worden verwacht in het Alfa College voor een twee uur durende sessie. En ook 's middags wordt er bij de volleybalkampioen van Nederland flink doorgewerkt: van 15.00 tot 19.00 uur.

FC Groningens topsportmanager Gerard Kemkers zou ook graag zien dat de beroepsernst van profvoetballers eens wat groter werd, maar tot dusver slaat zijn visie blijkbaar niet aan op Corpus den Hoorn. Voetballers wanen zich nu eenmaal superieur aan vertegenwoordigers uit andere sporten. Dat is betreurenswaardig en het is te hopen dat de directie Kemkers eens wat meer mandaat geeft als het aankomt op trainingsideologie. Juist nu de doorsnee Nederlandse voetballers fysiek meer en meer te kort schiet.

De oud-schaatscoach heeft dat ook verdiend, al was het alleen maar omdat hij met zijn kennis van zaken, in combinatie met zijn verbale lenigheid, de bouw van het topsportzorgcentrum voor FC Groningen bij de politiek over de streep trok. Gebeurt dat niet, dan is het de vraag hoe lang Kemkers met zijn intense sportbeleving de (gemakkelijk aangedraaide) attitude van voetballers nog kan aanzien.

Hoe dan ook, voor Faber nadert einde verhaal bij FC Groningen. Hoogstens zit hij dit seizoen nog uit, maar dan moet hij voor de winterstop nog wel even uit de gevarenzone zien te blijven. Na dit seizoen komt er, zo veel lijkt wel zeker, een nieuwe man op de spelersbok. Maar die zal er verstandig aan doen zich eerst goed te vergewissen van de mogelijkheden bij FC Groningen. Zoals het er nu naar uitziet, zal de begroting (dit seizoen met twee miljoen naar beneden bijgesteld) weer verder omlaag moeten om niet in de rode cijfers terecht te komen. Het eigen vermogen is ook al flink geslonken.

Waarmee we – tot slot – bij de leiding van FC Groningen terecht zijn gekomen. Hans Nijland dus. De directeur heeft een prachtige staat van dienst bij FC Groningen opgebouwd, mede omdat hij het tij (bouw Euroborg) mee had. Er is geen bestuurder in het Nederlandse voetbal die zich met zoveel passie en bezieling voor zijn club inzet als Hans Nijland. Bovendien kun je hem om een boodschap sturen als er onderhandeld moet worden over transfers en aanverwante zaken.

Echter, (club) liefde maakt soms ook blind. Dat is bij de algemeen directeur ook het geval. De spreekwoordelijke Groningse nuchterheid zit hem niet in zijn (Amstelveense) genen. Maar Hans Nijland moet zijn 'volk' ook eens minder blijde boodschappen durven brengen. Te beginnen bij de veranderde verhoudingen in het hedendaagse voetbal, waar FC Groningen onder te lijden heeft. Daarom doet hij er goed aan niet meer zo hoog van de toren te blazen dat 'zijn cluppie' voor Europees voetbal gaat. Is verre van realistisch.

Hij moet aan de goegemeente in deze donkere dagen simpelweg gaan vertellen hoe de vlag er werkelijk bij hangt, dat dit FC Groningen momenteel niet meer de kwaliteiten heeft tien jaar geleden, toen het goede sier kon maken met toppers als Nevland, Suarez, Granqvist, Berg en Tadic. Dat de tering naar de nering moet worden gezet. En dat er daarom een zuinig transferbeleid gevoerd moet worden, met transfervrije spelers (Te Wierik), kneusjes (Kane), koopjes (Veldwijk) en jeugdige huurlingen (Doan en Antuna). Deze transferpolitiek staat in schril contrast met zijn belofte na afloop van de competitie 2016-17 dat FC Groningen zich flink zou gaan roeren op de transfermarkt. 

Dat hij vorig jaar in de winterstop voor een lucratieve transfer van Mahi (en ook voor FC Groningen) ging liggen, was zijn goed recht, maar daarvoor krijgt hij nu de rekening gepresenteerd. De Marokkaanse international loopt inmiddels hevig gefrustreerd rond in de Euroborg nadat ook afgelopen zomer zijn vurig gehoopte vertrek uitbleef. Het zal ongetwijfeld hebben bijgedragen aan Mahi's muiterij. Hoe dan ook, met onwillige honden is het kwaad kersen eten. Nu moet Mahi wellicht voor en dumpprijs worden verkocht.

Te pas en te pas echter kruipt Nijland ook in zijn vroegere job als snelle advertentieverkoper. Die ook nog eens te vaak knollen voor citroenen verkoopt. Zoals het met veel bombarie presenteren van de Japanse jongeling Ritsu Doan (“Ik ben een Groninger,” werd hem deze Kennedy-act voorgezegd) als een aanstormende superster. Doan was een van de uitblinkers op het WK onder 19, verkondigde hij als een ware evangelist.

Maar, denk je dan als toehoorder met een beetje kritische inslag, zouden al die honderden scouts en al die topclubs uit heel de wereld, dan hebben zitten slapen bij dat toernooi? Hetzelfde verhaal geldt in feite voor het Mexicaantje Uriel Antuna, die inmiddels voor onbepaalde tijd in de anonimiteit is geparkeerd.

Het waren even begrijpelijke als doorzichtige pogingen van Hans Nijland om de teleurstellende verkoop van seizoenkaarten nog enigszins op te trekken. Groningers, nuchter als ze zijn, hanteren dan echter de wet van Blinde Maupie: eerst zain, dan gleuv'n.

Met dit soort reclamepraatjes schroef je de verwachtingen van je publiek onevenredig hoog op. En als de geboden waar dan tegenvalt, zit de trainer – in dit geval Ernest Faber – met de gebakken peren. Hij wordt opgezadeld met een verwachtingspatroon waaraan hij onmogelijk kan voldoen. Dus als er weer eens een fluitconcert in het Noordleasestadion ten gehore wordt gebracht, mag ook Hans Nijland als eindverantwoordelijke van het groenwitte voetbalbedrijf zich dit aanrekenen.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.